Verbouwing Vista College

Strategie

Van het bestaande gebouwencomplex van het Vista  College aan de Arendstraat dateren de oudste delen uit einde jaren vijftig. Destijds is een technische school gebouwd die vervolgens in meerdere fases is uitgebreid met  bouwdelen voor de nieuwere functies.

Dit gebouwencomplex was deels zeer verouderd en voldeed niet meer aan bouwkundige eisen maar zeker niet aan de eisen die het moderne beroepsonderwijs stelt.

Men was op zoek naar een opzet waarbij er overtollige gebouwdelen, zoals onder meer de oude gymzaal,  zouden worden verwijderd. Vervolgens zouden de te behouden oudste gebouwdelen casco gerenoveerd worden en zouden de twee nieuwste gebouwdelen (daterend uit midden jaren negentig) deels aangepast en cosmetisch gerenoveerd worden.

Wij hebben allereerst een grondige analyse gemaakt van de opzet van de bestaande gebouwen en deze afgezet tegen de eisen van het onderwijs, waarbij we rekening hebben gehouden met toekomstige ontwikkelingen van het onderwijs.(andere lesmethodieken, ontwikkeling leerlingaantallen, samenwerking mety bedrijfsleven)

Voor alle afdelingen was het belangrijk de theorie- en de praktijklokalen zo veel mogelijk in elkaars nabijheid zouden komen te liggen en dat de verschillende afdelingen (met name de praktijkruimtes) zo veel mogelijk een afspiegeling zouden vormen van de toekomstige werkomgeving van de studenten.

Een ander thema waar we aandacht aan hebben gegeven is het Zien en Gezien Worden: studenten komen naar school om les te krijgen en gezien te worden door de docenten, maar ook om elkaar te ontmoeten, elkaar te zien.

Ons doel was eens shool te ontwerpen waar dat Zien en Gezien worden goed mogelijk zou zijn: zowel studenten als docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten op allerlei manieren goed (zicht)contact met elkaar kunnen hebben om zo een plezierige en veilige onderwijsomgeving te creëren.

Uit onze analyse bleek al snel dat de huidige hoofdentree, die geplaatst was in het hart van de zichtlijn vanuit de Arendstraat, en de daarachter gelegen (volledig inpandige) kantine niet op de juiste plaats lagen.

Dit leidde er namelijk toe dat de studenten van hier uit steeds door andere afdelingen heen moesten om bij hun eigen afdeling te kunnen komen. Hierdoor werd het gebouw als zeer onoverzichtelijk en onrustig ervaren. Docenten klaagden over weinig overzicht en gebrekkige (sociale) controle.

De belangrijkste ingreep die we hebben voorgesteld was dan ook ook het aanpakken van de interne  organisatiestructuur en het verbeteren van de bereikbaarheid van de afdelingen. Dat hebben we gedaan door de hoofdentree te verplaatsen naar het middelste bouwdeel (C) en daar ook op de begane grond de centrale ontmoetingsruimte en kantine te plaatsen.

Dit bood een aantal grote voordelen. Ten eerste werd het mogelijk om alle afdelingen rechtstreeks vanuit deze ontmoetingsruimte  te bereiken, zodat deze meer zelfstandig zouden kunnen gaan functioneren. Ook konden de afdelingen zich hier nadrukkelijk presenteren aan elkaar en aan het bedrijfsleven, waar een goede band mee wordt onderhouden.

Het derde voordeel was dat we zo het verwaarloosde park aan de oostzijde van het gebouw konden opwaarderen. Hier hebben we een tweede entree gemaakt, aansluitend op het voetpad dat vanaf het station Sittard een directe toegang tot de school biedt. Die buitenruimte is nu veranderd in een aangenaam groen verblijfsgebied waar studenten elkaar kunnen ontmoeten en samen buiten kunnen studeren.

Aan de nieuwe hoofdentree aan de westzijde hebben we een ruim voorplein gemaakt dat beter aansluit op de bestaande en nieuwe parkeerterreinen van de school.

Om die nieuwe hoofdentree goed te kunnen laten functioneren, hebben we vóór het bestaande gebouw C een aanbouw geplaatst met daarin de trappen en verbindingsgangen die de verschillende gebouwdelen ontsluiten. Deze aanbouw is als één grote hoge ruimte ontworpen zodat de trappen en galerijen  in een royale vide zijn geplaatst. Dit levert niet alleen een zeer spannende entree op maar ook een aansprekend en dynamisch gevelbeeld omdat de westgevel grotendeels als glaspui is uitgevoerd. Daarmee werd er ook een zone in het gebouw gemaakt waar het Zien en Gezien Worden in optima forma kon plaatsvinden: iedereen die in het gebouw werkt of studeert komt door deze ruimtes en er wordt hier plek geboden voor allerlei informele ontmoetingen. Je kunt snel even iemand aanschieten, een vraag stellen, een afspraak maken of ook even neerploffen in de kantine om samen bij te kletsen

De bestaande bouwdelen C en G zijn casco gerenoveerd: alle gevels, binnenwanden en installaties zijn verwijderd tot op het betonnen skelet. Zo kwamen we er achter dat het middelste bouwdeel C was opgebouwd uit een balkenrooster met dubbel T-vloeren. Dat was een cadeautje waar we dankbaar gebruik van hebben gemaakt. In de centrale ontmoetingsruimte  hebben we deze oude vloerconstructie in het zicht gelaten en de nieuwe installaties en akoestische plafondplaten tussen de betonnen T-liggers opgenomen. Dit leverde een fraaie combinatie van bestaand en nieuw op. Deze ruimte was daarmee ook de inspiratiebron voor de inrichting en afwerking van de rest van de school. Daar hebben we een sfeervol maar ingetogen kleuren- en materialenpalet toegepast.  Per afdeling zijn er eigen kleuren en materialen gebruikt voor de koffiehoeken, de lockerzones en de leerpleinen, die echter ingebed zijn in het kleurenpalet van de centrale ruimtes. Voor deze zones hebben we ook de inrichting ontworpen waarbij met name de leerpleinen en de centrale ruimtes van elke afdeling steeds een eigen accent hebben gekregen.

De centrale ontmoetingsruimte is aan beide langsgevels (met de nieuwe entrees) ook van royale puien voorzien zodat aan weerszijden goed zicht is op de buitenruimtes en die ook meedoen in de beleving.

Onderwijskundig
In alle afdelingen zijn de theorie- en praktijklokalen gecombineerd en van grote puien en (schuif)deuren voorzien, zodat het onderwijs en de praktijk vloeiend in elkaar overlopen. Ook de docenten- en stafruimtes, een koffiehoek, de kluisjes/lockers en de leerpleinen waar studenten zelfstandig kunnen werken hebben  steeds per afdeling een centrale plek gekregen zodat elke afdeling als het ware autonoom kan functioneren. De technische afdelingen zijn alle zodanig in elkaars nabijheid geplaatst dat de gewenste samenwerking op projectbasis eenvoudig tot stand kan worden gebracht. Zo kunnen de studenten van de afdeling onderhoudstechniek een kijkje nemen en meewerken aan projecten van procestechniek of fijnmechanica.

Ook in  de gebouwdelen A en B zijn aanpassingen gedaan: ook hier zijn theorie- en praktijkruimtes meer met elkaar verbonden. Voor Media & Sign zijn op (onder andere) de plek van de voormalige kantine grote open werk- en instructieruimtes gemaakt. Voor de afdelingen ICT en Zorg & Welzijn zijn minder ingrijpende aanpassingen gedaan maar ook hier is de combinatie van theorie en praktijk verder vormgegeven en is het gebouw cosmetisch aangepast.

Bouwkundig en installatietechnisch
De nieuwbouw is uitgevoerd met een stalen klommen- en balkenrooster, zodat de binnenwanden alle niet dragend zijn en er maximale indelingsvrijheid (nu en in de toekomst) mogelijk werd.

De gevels van de nieuwbouw en van het casco-renovatiedeel zijn op een industriële wijze uitgevoerd: metalen sandwichplaten vormen een snel te monteren, zeer goed geïsoleerde en financieel aantrekkelijke gevel die ook qua uitstraling goed past bij een technische school.

Snelle en droge montage was overigens ook een keuze vanuit de gedachte dat de gehele verbouwing en aanpassing moest worden uitgevoerd terwijl de school in bedrijf bleef. Om die reden zijn er droge en snelle technieken en afwerkingen gekozen die pasten binnen het uiterst krappe schuifplan dat we in samenspraak met de school hebben opgesteld.

De sandwichplaten gevel is verrijkt met grote panoramaramen die zorgvuldig gedetailleerd werden. Door een subtiele kleurstelling van de dagkanten en lekdorpels en het toepassen van beschermende roostergevels op kwetsbare plekken is een fraai ensemble ontstaan. Gebouwinstallaties zoals luchtbehandelingskasten en warmtepompen zijn weggewerkt achter metalen schermen zodat die het gevelbeeld niet verstoren en zodat er gemakkelijk en veilig onderhoud aan kan worden verricht.

In de nieuwbouw en het casco-renovatiedeel zijn de praktijk- en theorielokalen van de afdelingen elektrotechniek, procestechniek, IPO ,  laboratoriumtechniek en de proeffabriek ondergebracht. Hier vinden uiteenlopende activiteiten plaats: van lassen en draaien , montage, tot laboratoriumwerk maar ook theorieonderwijs. Dat vraagt om specifieke opzet van de installaties die per zone (praktijk en theorie) maar ook per gebouwdeel (oriëntatie op noord of zuid, hoge en lage bezettingsgraad) ontworpen zijn. Daarbij is de gehele ventilatie-installatie gebaseerd op Frisse scholen klasse B.

In de theorielokalen en de kleinere praktijkruimtes is om die reden gekozen voor een CO2-gestuurd decentraal ventilatie systeem. Bij grotere praktijkzalen (al dan niet met vervuilende technieken zoals lassen-montagewerk-ammoniakproeffabriek en laboratoria) zijn speciale luchtbehandelingskasten opgesteld die per activiteit/zone op maat veilig en gezond ventileren.  De hoge luchtdebieten van bijvoorbeeld zuurkasten en demonstratielabs zijn verwerkt in het gehele ventilatie- en verwarmingsplan.

Omdat de nieuwbouw en het renovatiedeel zeer goed geïsoleerd zijn en goed luchtdicht zijn uitgevoerd, kon de verwarmingsinstallatie worden uitgelegd op lage temperatuur. Nu wordt nog verwarmd door middel van HR-ketels maar op termijn kan worden aangesloten op het  Groene Net  (stadsverwarming in Sittard-Geleen) waardoor  het gebouw aan de BENG-eisen voldoet.